Ieder jaar, met uitzondering van de Coronajaren, is er weer de vermaarde Salon in Reims in maart. Dan komen de veelal oude mannen weer uit hun winterslaap om handen te schudden en schouders te kloppen in de Noord-Franse champagnestad. Het is voor velen de aanvang van het nieuwe hobbyseizoen; voor de één een gelegenheid om de oldtimer uit de stalling te halen en deze afstand in stijl af te leggen, voor de ander het moment om op zoek te gaan naar moeilijk vindbare onderdelen. Ook voor handelaren is het een begin van een nieuw seizoen; tot begin maart zijn er in Europa geen beurzen van belang, maar na Le Salon is er vrijwel ieder weekeinde wel wat te doen.
Hobby of niet, als je met je in een showroomstaat verkerende Citroen DS op pad gaat, wil je uitgebreid kunnen genieten van zo’n weekeinde. Voor een succesvolle trip is het weer zeker van belang, pech onderweg is het bekende risico, echter een ongeluk waarbij je het er zelf weliswaar heelhuids vanaf brengt maar je bolide grote schade oploopt, is natuurlijk rampzalig. Afgelopen weekeinde was Freek de pineut. Hij reed die zaterdagavond nietsvermoedend op een doorgaande weg als er vlak voor hem een medeweggebruiker een rare manoeuvre maakt. Het gevolg; drie zware schades, waarvan Freek’s DS keverbruine Pallas de grens van het total loss aardig lijkt te hebben bereikt. De snuit tot diep in de chassisbalken verbogen, plaatwerk overleden en waarschijnlijk vele andere kleine defecten zoals draagarmen, voorasdelen en hydrauliqueschade. Weliswaar verzekerd, maar toch.
Het is natuurlijk een van de keerzijdes van de hobby; voordat de auto staat te pronken is er al veel tijd en geld in verdwenen, maar als je er dan echt af en toe gebruik van maakt, is dit het laatste wat je wenst. De Pallas gaat op transport naar Duivendrecht waar Dan er weer wat moois van probeert te maken, maar het weekeinde is aardig verpest en de auto wordt er zelden beter van. Ik weet dat je een positieve denker bent, maar toch, Freek, ik heb het met je te doen!