Santo Domingo

Het is zo’n beetje de oudste plaats gesticht door Columbus. De ouwe Chris dacht tot aan zijn dood dat hij de kortste weg naar India had ontdekt, voer meerdere malen heen en weer, maar achteraf is zijn min of meer grootste colon-isatie wel Santo Domingo geweest.

In de stad Santo Domingo vind je, naast de ruïnes van de oude stadsomwallingen uit oa. de 16e en de 17e eeuw, veel vroeg Spaanse kerkarchitectuur terug. In de oude binnenstad wemelt het van de kerken en kloosters en de meeste vinden hun oorsprong in de 16e eeuw. Sommige zijn nog in goede staat zonder ooit stukgerestaureerd te zijn, sommige in staat van verval, maar in alle gevallen zijn ze de moeite van het bekijken waard. De gebouwen zijn veelal opgetrokken uit de plaatselijk gevonden poreuze kalksteen, waardoor ze een andere textuur hebben dan de evenknieën in Spanje zelf. 
Andere architectuurstromingen die aanwezig zijn in het oude centrum, zijn die van de periode 1890-1940. Je zou het een soort post koloniale architectuur kunnen noemen, maar de oudere gebouwen zijn jugendstil-achtige neo klassiek en het nieuwere meer art deco. Je vind het eigenlijk overal wel in de Cariben, maar ik vermoed nergens zo prominent als hier in SD. De meeste zijn slechts twee lagen hoog, kleurrijk gepleisterd en variërend in breedte van ca 5 tot 8 meter. Sommige zijn een stuk hoger, ca 6 verdiepingen en die steken dan ook flink boven de rest uit. Opvallend zijn de enorme bossen elektriciteitskabels die als waslijnen door de stad heen hangen.


De rijken wonen veelal aan de westkant van het centrum waar ook veel overheidsgebouwen zijn. Weliswaar minder politie, maar hoge hekken en camera’s. Hier vind je ook soms alleraardigste moderne architectuur. Voor zover ik het kan overzien is de rest van de stad vooral een lappendeken van industrie, infra en verloederde armoedebouw, voorzien van een dikke laag afval en luchtvervuiling. Het is in deze gebieden en landen standaard, en misschien wel in de meeste plekken ter wereld; de mens die naast een beetje schoonheid een veel grotere hoop ellende creëert. Het paradijs van 600 jaar geleden zal het nooit meer worden.

We bleven drie dagen. Op het vliegveld, ca 20 km ten oosten van de oude stad, kwamen ’s avonds aan en met een taxi zijn we naar ons shabby art deco hotelletje gereden. Geri deed die nacht geen oog dicht, een springverenmatras is niet gezamenlijk te beslapen, dus ze nam de tweede nacht een eigen kamer. De volgende ochtend maakten we een wandeling door de stad. Voor mij werd de feestvreugde getemperd door een keelontsteking, waarschijnlijk opgelopen in Frans Guyana, maar nu in SD tot volle ontwikkeling kwam. Als ik me niet lekker voel, is het eerste wat ik doe ophouden met alcohol en overstappen op gezond voer en drank. Het eten is hier gevarieerd, zeer betaalbaar en soms op prachtige plekken. Echt vegetarisch is ff zoeken. Later bezochten we nog het museum Museo de las Casas Reales met veel over de geschiedenis van SD, de kathedraal en wat kleine kerkjes. Langs de waterkant gelopen, maar om er te komen moet je beschikken over een strakke sprint, want de naastgelegen snelweg kent nauwelijks zebrapaden of stoplichten, zoals een fatsoenlijk stukje doorgaande weg betaamd. We eindigden die wandeling via het moderne westelijke deel van de stad weer bij ons hotelletje en pakten het vliegtuig naar de volgende stop: Panama City.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.