Ontwetting

Ik ben al jaren werkzaam in de bouw. Niet zozeer nieuwbouw, meer oude meuk. Al vanaf de begin jaren negentig. Te lang in feite, want ook een volleerd architect zal in zijn eerste jaren op de arbeidsmarkt hebben gemerkt dat hoe mooi je ook kan ontwerpen, hoe slim of goedkoop je ook kan bouwen, alles valt of staat op je kennis van wetgeving. Weinig is zo overreguleerd als de Nederlandse bouw. Het beperkt de ontwerper, de ontwikkelaar, huizenbezitter, huurder, eigenlijk iedereen. Toch verandert er weinig door deze wetten en als er wat verandert is het meestal niet ten goede, terwijl de bedoelingen oprecht lijken. Het gevolg is dramatisch. Een schoolvoorbeeld van operatie geslaagd, patiënt overleden.

Terug in de geschiedenis. Woningnood is er vanaf de mens bestaat waarschijnlijk. In ieder geval vanaf de middeleeuwen, maar ook ver daarvoor, zeker buiten de Nederlanden, zijn er al veel voorbeelden van problematische huisvesting. In de zeventiende eeuw breidde Amsterdam uit via het bouwen van de lastage en de grachtengordel. Dat waren gemeentelijke besluiten geweest vlak na de Alteratie in 1578 die voornamelijk in de eeuw erna tot uitvoer werden gebracht. De vestingstrategie van Maurits in dezelfde periode leidde er toe dat tot diep in de negentiende eeuw de Hollandse steden waaronder Amsterdam niet buiten de vesting konden bouwen. Pas rond de Industriële Revolutie in 1850 braken de steden door hun gordels heen. De nieuwe bouwgolf, de Revolutiebouw, zorgde er voor dat vele stadsbewoners een voor die tijd normaal huis kregen. De kwaliteit van de woningen was wisselend, maar in een korte termijn verdubbelden het aantal woningen in de de steden. Veel andere zaken kwamen toen pas op orde: kraanwater, vuilophaal, riolering, elektriciteit, straatverlichting en zelfs stadsgas verrijkte in korte periode de Hollandse steden. Een inhaalslag werd gemaakt. Door onder andere de snelheid waarmee, na een stilstand van meer dan honderd jaar, een en ander geschiedde, vond men het van belang om al deze verworvenheden wettelijk te regelen. Een ervan was de Woningwet van 1901. Deze landelijke wet voorzag de gemeenten in Nederland een juridisch kader waarin zij een Bouwverordening konden schrijven. In deze verordening konden gemeentes hun grieven kwijt en sturend werken aan de bouwopgaven in hun gemeente. Amsterdam bijvoorbeeld kon zo hun oude stadse wetgeving in de nieuwe verordening kwijt, zodat schoonheid, hygiëne en brandveiligheid goed geregeld zouden zijn. Vanzelfsprekend waren die wetten gericht op de verbetering van de woningkwaliteit en in Amsterdam was een van de eerste artikelen in deze Amsterdamse bouwverordening is het verbieden van een bedstede of slaapalkoof. Dit strookte niet met de algemene opvattingen over hygiëne en zal vast ook een socialistisch draagvlak hebben gehad. In andere gemeenten was er veelal geen verbod maar werd het ouderwetse fenomeen als armoedig ervaren. Het is wel een mooi voorbeeld van hoe overheden via regulering de bouwopgave proberen te beïnvloeden, met kleine stapjes en veelal goed verklaarbaar vanuit het tijdsbeeld.

Helaas hebben we heden ten dage te maken, 120 jaar na invoering van de Woningwet, met een dramatisch uit de hand gelopen hoeveelheid wetgeving. De bouwverordeningen zijn na invoering van het Bouwbesluit heringericht met in Amsterdam hoofdzakelijk milieuwetjes, we hebben de WABO, bestemmingplannen, milieuwetgeving, burgerlijk wetboek, noem het maar op, allemaal bedacht om ons mensheid te behoeden van slechte bouwsels. Verdere sturing van onze goedbedoelende overheid als huurcommissies, verhuurdersheffingen, milieu effect rapportages, welstand, subsidies enzovoort buiten beschouwing gelaten. Een deel van de wetten zal recent vervangen worden door de nieuwe Omgevingswet, maar helaas is die na twee maal toe uitstellen een minstens zo verschrikkelijk gedrocht aan het worden als zijn voorgangers. Tenslotte durft geen gemeente over een nacht ijs, maar ook niet over zes jaar ijs en dus is uitstel de enige oplossing. Ontwikkelaars, die oorspronkelijk niet konden wachten op de invoering van deze nieuwe wet, hebben maar gauw onder het oude regime hun plannen ingediend, omdat ook zij het debacle op afstand zien aankomen. Gaat dan niemand ons redden? Helaas, we zijn overgeleverd aan het negen koppige monster wat ons allen gaat verslinden! Nou ja…

Er is nog redding mogelijk lijkt me. Ondanks dat het ten strijde trekken als een ware Don Quichot (de zotte Spanjaard mijn initialen gebruikte voor het hogere doel) voor de hand liggend lijkt, zal de mensheid een list moeten verzinnen. David versloeg Goliath tenslotte ook met een handigheidje, en zo zal ook de strijdbare Nederlander in opstand moeten komen tegen het ontembare papieren monster. Revolutiebouw 2.0!

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.