
Je kan wel veel reizen, zeker met de bus in Europa, maar je mist wel soms het een en ander. De grotere Europese steden zijn lastige hobbels om te nemen door de milieuzones, parkeerproblemen, autovrije centra en nauwe straatjes. Je kan er voor kiezen om een camping op te zoeken aan de rand van de stad en de rest met een alternatief vervoer te bezoeken, maar ook dan is het soms een mijl op zeven. Deze keer met de trein en dat een prima besluit, zeker voor stedentrips.
G heeft D in haar dossier en het leek haar leuk om voor mijn vlucht naar de zon een paar dagen Bonn en Keulen te bezoeken. Ik heb de beide plekken alleen in de verte voorbij zien trekken dus gingen we de oorlogsschade opnemen nadat ik mijn laatste vaarexamen had afgewerkt.
Eerst stond Bonn op het programma. Met een relatief kleine binnenstad, een paar leuke kerken en een redelijk intacte laat negentiende eeuwse gordel van villa’s en appartementengebouwen de moeite waard om te bezoeken. Het Beethovenmuseum viel wat tegen, te veel blabla, te weinig tastbare geschiedenis, maar het iets verderop gelegen Arp museum maakte het meer dan goed. Dit museum is zon 25 jaar terug door Richard Meier ontworpen in een soort Brutalisme, maar het oude station is blijven staan en vormt de entree samen met horecavoorzieningen. Het moderne gedeelte staat op de achterliggende heuvel en is te bereiken met een aparte cirkelvormige verticale tunnel.

Overigens is het gebouw indrukwekkender dan de collectie. De familie Arp was dan wel een baanbrekend stel in de Dada movement, echt onder de indruk was ik niet van hun werk. De geschiedenis van dit stel is wel te moeite waard om te volgen. Beide geboren in de tweede helft van de negentiende eeuw en zich bekwaamd hebben in diverse stijlen, waren ze er aan het einde van de Eerste Wereldoorlog een van de pioniers van Dada. Het gebouw trekt meer de aandacht en op wat kleine details na, zoals de balustraden, een prachtig gebouw om te bezoeken, al was het alleen maar om zijn ligging.
Na drie nachten hebben we een bezoekje gebracht aan Keulen. De oude stad lag in puin vlak na de oorlog, maar het meest markante gebouw, de Dom, was nog redelijk in tact. Het is dan ook een enorme puist natuursteen en ondanks de veertien voltreffers fier overeind gebleven. Bijna 700 jaar heeft het geduurd voor hij in de 19e eeuw klaar was.

Keuken heeft ook nog een paar andere bezienswaardigheden. Het moderne Kolumba museum mag je niet missen, ontworpen door Peter Zumthor en een mooie combi tussen wederom Brutalisme, Katholicisme en Romeinse bouwrestanten. Er tegenover staat een leuk jaren dertig complex met een prachtig gebogen glazen winkelpui. De winkel, Manufactum, staat bekend om de alternatieve en verantwoorde spullen die ze verkopen, maar je kan er ook gewoon een kopje thee drinken.

Als laatste bezochten we de Ursulakirche met een soort horrorcrypte ingericht met de botten en schedels van vermoordde jonge meisjes. In Italie deden ze ook van dit soort rare fratsen .De zichtbare delen van de schedels waren voorzien van een soort sok, maar nog steeds goed herkenbaar.
Ook al is de stad voor het grootste deel herbouwd in niet echt inspirerende architectuur, zeker van de oude binnenstad is bar weinig over. Wat wel een leuk lichtpuntje is, zijn de gedateerde fifties winkelpuien die je overal ziet en vaak nog in een prima staat verkeren. Hebben die bombardementen toch nog wat goeds voortgebracht.