Deze week vond ik in mijn postbakje een nog niet geopende versie van La Bombe. Het bleek er al enige weken te liggen. Het clubblad wordt meestal door mij in de dag van binnenkomst gelezen en bij uitzondering ook doorgebladerd door Marijke. De kinderen kijken er niet naar om. Ik kwam erachter dat Marcel, sinds deze zomer toegetreden tot de redactie, een stuk had geschreven over de escapades met zijn vrouw en hun ID.
Marcel kan goed schrijven. Hij schrijft denk ik zijn hele leven al. Sleutelen is niet helemaal zijn ding. Het tafereel op de bovenstaande foto is er een uit duizenden. Ook bij mij komt Marcel met enige regelmaat langs, vooral als zijn geduld op is. Dan moet ik iets doen waarvan hij denkt dat anderen dat niet kunnen en kan gaat hij er op gepaste afstand naar zitten kijken. Ik hoop dan altijd stiekem dat het snel klaar is met die reparatie, want op je vingers gekeken worden is niet altijd even leuk. Het duurt echter meestal langer dan gedacht, al was het maar dat er na de reparatie altijd de opmerking volgt; …en dan is er nog één dingetje…, wat er dan meestal twee of meer zijn. Toch mag ik m graag, die Marcel. Hij is altijd vriendelijk en heeft heel veel geduld, zowel met mij als met zijn auto.
Zijn ’tegen wil en dank’-reis in Frankrijk, min of meer de proefrit na zijn motorrevisie, verliep niet helemaal naar wens. In La Bombe zijn verhaal. Ook Caspar en José passeerden de revue. Uiteindelijk was de storing eenvoudig verholpen in Nederland en rijdt hij al weer maanden tevreden rond. Zijn ID, een exemplaar uit 1964, was oorspronkelijk Gris Antracite, nu Brun Isard. De huidige kleur is wel wat spannender dan het grijze antraciet. Het rode interieur kwam uit de zwarte ID van Meike, dat ik rond 2002 in Nijmegen had gekocht. De auto kwam uit Frankrijk, na een stop in Zeeuws-Vlaanderen, waar de motor en bak zijn achtergebleven, kwam hij bij ons terecht. Bram ging er mee aan de slag, gaf de moed op halverwege en verkocht het apparaat aan Toon. Marcel kocht m van zoonlief Richard, met een andere kleur en interieur, NL kenteken en APK. Je zou het dus een zwerfproject kunnen noemen.
Caspar en José ken ik nog uit de tijd dat ze in Soest woonden. Hij verkocht me de laatste onderdelen van zijn DS uit 1964, een auto die hij jaren ervoor had gesloopt wegens overmatige roest. De schuur moest leeg, want ze gingen de boel verkopen. Er kwam een nieuwe fase in hun leven; een camping beheren in Frankrijk. Het duurde even en ik dacht ‘dat wordt uiteindelijk niks’, maar toch enige jaren later, zaten ze er echt, in het zuiden, met een camping. Toch gelukt. Ik ben er nog niet geweest, maar Marcel appte me op toen hij pech had en hij daar toevallig vlak in de buurt was. De camping heet La Diege; geen idee wat het betekent, maar het klinkt wel echt Frans. Ze zitten in Sonnac, in het zuidwesten van Frankrijk. Caspar heeft Marcel geholpen met de ID en ik denk dat als Caspar iets meer tijd had gekregen, de ID niet gerepatrieerd had hoeven worden. Mocht ik in de buurt zijn, ga ik zeker bij ze langs.