De afgelopen tijd ga ik soms in de weekenden met G op pad naar bekende attracties in Amsterdam, die meer gemaakt zijn voor de toerist. Van die plekken waar je als Amsterdammer niet snel heen zal gaan. Zo hebben we een tijdje terug het prostitutiemuseum bezocht, het kaasmuseum en het seksmuseum. Deze keer stond het Holocaust museum op de agenda, mede door de commotie de week ervoor rondom de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv.
Het was een bekend verhaal natuurlijk, waar je in je jeugd al over gehoord had, maar nu in een heus museum erover vol met beeldmateriaal, teksten en spullen uit de jaren van het derde rijk. De collectie is indrukwekkend, het gebouw aan de Plantage Middenlaan, naast het kinderdagverblijf van Aldo, is wat minder catchy.
Het is er druk, er is extra bewaking en er hangt een ietwat gespannen sfeer, ook al ben ik er voor het eerst. Ik beeld me in dat het te maken heeft met de nasleep van de voetbalrellen. G en ik lopen alle ruimten door. Het doet je wel wat, ook al ben ik er niet echt geëmotioneerd door. Sommige foto’s geven de onmacht aan die de mensen, veelal joden, destijds getroffen heeft. De dood is ook veelvuldig aanwezig. Je kan je bijna niet voorstellen dat dit slechts 80 jaar geleden, een mensenleven, heeft voorgedaan, ook al zie je het gemak waarmee Wilders zich meester maakt van het publieke debat en zonder gene zowel moslimhaat predikt als joden knuffelt. Halsema worstelt en laat zeker een paar steekjes vallen, maar wint het uiteindelijk op alle fronten van haar Venlose opponent.
Na het bezoek gaan we naar het herdenkingsmonument bij de Weesperstraat waar alle namen van de Joodse slachtoffers in bakstenen zijn gegraveerd. Het is een monument wat niet echt de schoonheidsprijs verdient, maar door de omvang en de sobere lay out van de bakstenen met tekst toch wel indrukwekkend genoemd mag worden. De glimmende bovenzijde, die als een soort kitscherige kroon op de muren prijkt, snap ik helaas niet.
Bij het er naartoe fietsen gok ik hoe vaak de naam Querido zal voorkomen; ik schat ca 30 keer. Ik heb het mis; het zijn er ruim 100. Rond ca 1985 stonden er iets van 20 Querido’s in het Amsterdamse telefoonboek. Amsterdam, de thuishaven van de joden in NL, zeker van de Querido’s. Je kan er dus wel vanuit gaan dat meer dan de helft van de naamgenoten in de oorlog om zeep zijn gebracht. Er zit één Daniel Querido bij, een man van 43 toen hij overleed.
De opa van mijn vader was de laatste ‘volle’ jood in mijn familie. Hij brak al op jonge leeftijd met de kerk, ontpopte zicht als overtuigd atheist, iets wat hem en zijn nageslacht waarschijnlijk (deels) gered heeft gedurende de oorlog. Een ‘mazzeltje’ kan je zeggen. Het had dus maar weinig gescheeld.