De Tweede Kamer verkiezingen zijn weer achter de rug. De campagnes waren voorspelbaar, de lijsttrekkers niet sterk en de grote winnaar werd Geert Wilders. Eigenlijk zat het er al een tijd aan te komen en door het het abdiceren van Rutte in feite een peulenschilletje. Je hoopt dan dat er zich op het moment dat ‘der Meisterpremier’ terugtreedt, een nieuwe sterke kandidaat zou melden, liefst met een echt goed verhaal, maar helaas. Geert verwoordt iets wat een te grote groep mensen al jaren aanspreekt en ook tot zijn eigen grote verbazing scoort hij er dit jaar uitstekend mee.
Zelf heb ik nog immer niks met de man; zijn verhaal bestaat grotendeels uit frustraties en bangmakerij, een notoire ruziemaker die terecht uit de VVD geknikkerd is, maar het is al jaren een sterke debater en een vertegenwoordiger van het moderne nationaal socialisme. Deze stroming zal zich waarschijnlijk voorgoed gaat zetelen in de Nederlandse en Europese politiek en de bestaande politiek zal er mee om moeten leren gaan. Ondanks dat de meest in het oog springende PVV standpunten (moslims, Europa en asielbeleid) mij totaal niet aanspreken, ben ik wel een voorstander van het afschaffen van de Eerste Kamer en het meer in balans brengen van de verschillen tussen arm en rijk.
Ik ben er niet zo rouwig om dat hij de verkiezingen heeft gewonnen. Het sterkt mij in de stelling dat de verkiezingen, of het nou de TK, Provinciale Staten of zelfs de gemeenteraad betreft, eigenlijk een wassen neus zijn. Ik zie het steeds meer als een soort ordinair datingproject. De lijsttrekkers gooien zich met ziel en zaligheid in de campagnestrijd en het belangrijkste verschil met bijvoorbeeld ‘boer zoekt vrouw’ is dat je er aan het einde van de rit het bed er niet mee deelt. Het verkiezen van Geert is derhalve in mijn ogen een schreeuw van een deel van onze bevolking dat ze gefrustreerd zijn dat hun stem niet of nauwelijks gehoord wordt, hun problemen niet serieus genomen worden en dat ze hopen dat Geert de boel gaat veranderen. Ik vrees dat ook deze keer, net als onder Fortuyn, de teleurstelling groot zal zijn. Nederland wordt niet geregeerd in de Tweede Kamer, ook niet in het Kabinet. We zijn ras-polderaars, al eeuwen, en er is dus niet één orgaan aan te wijzen die ‘de macht heeft’. Vrijwel alle besluiten worden traditioneel buiten de Kamer genomen, of op zijn minst in wandelgangen en torentjes. De TK is er vooral als theaterstuk voor de buitenwacht. Natuurlijk, ook Wilders en Fortuyn hebben zich in het verleden boos gemaakt over deze zgn Vijfde Colonne, boos doen was ook hun grootste kwaliteit, maar het is juist dankzij al deze (weliswaar ondemocratische) overlegorganen dat NL grotendeels gevrijwaard is gebleven van de onzin waar de politiek door de jaren heen mee aan kwam zeulen. Juist de dingen die in het verleden overduidelijk mis gingen in NL waren politieke stokpaardjes. De toeslagenaffaire, ‘Groningen’, de Corona-aanpak, het waren allemaal cruciale politieke besluiten onder Rutte die verkeerd uitpakten. Besluiten die afweken van de adviezen van die zgn Vijfde Colonne.
Wat er wel mis is, is dat die organen bij elkaar, inclusief de gekozen parlementen, weinig democratisch zijn. Okee, de TK en de gemeenteraden hebben nog wel een verdedigbaar kiesstelsel, bij de EK is het al behoorlijk dubieus, maar voor de rest, bijvoorbeeld het kabinet, staatshoofd, SER, Raad van State, valt er bitter weinig te kiezen. Je kan je afvragen of het zo maar moet blijven, maar ik denk dat de democratie wel degelijk vernieuwd moet worden en dat het een continu proces met zijn. Een democratie in een grondwet opsluiten en de sleutel weggooien is dus niet wat ik bedoel. De burger moet kunnen participeren en wel op het niveau wat de burger aanspreekt. Een soort open-democratie, vergelijkbaar met open-source platforms in bijvoorbeeld de it-sector. Misschien met G op een verlaten strand verder uitwerken tijdens onze Zuid Amerika-trip. Voor de meeste achterblijvers in NL is er enige troost; Geert gaat straks vaak boos zijn en weinig tot niks veranderen; iedereen is gemeen tegen m en hij krijgt niks voor elkaar, net als vroeger op het schoolplein.