Rond de jaarwisseling spoelde op de kust van de waddeneilanden een hoop rommel aan wat van een containerschip was afgevallen tijdens een storm. Groot nieuws in het kleine Nederland. De plaatselijke burgemeesters zongen in koor dat de milieu-impact niet te onderschatten was en dat het gelijk stond aan een natuurramp. Nou ja, milieuramp, maar een hoop troep is het wel en enige bezorgdheid op zijn plaats. Niet vanwege de inhoud van de containers, want daarvan wordt het leeuwendeel door grijpgrage jutters netjes van een nieuwe bestemming voorzien, ook niet van al het verpakkingsmateriaal wat de duinen is ingewaaid, want ook dat staat niet in vergelijk met andere afvalproblemen op de stranden buiten Europa. De bezorgdheid is dat we als mensheid ons druk maken over relatief kleine zaken, maar niet door lijken te hebben of willen erkennen dat deze kleine zaken eigenlijk symptomen zijn van een veel groter probleem; de mensheid is door zijn omvang en gedrag volledig uit balans met zijn biotoop, de aarde. Het tij keren zie ik niet gebeuren, daarvoor zijn we als groep te versplinterd. De wal zal het schip wel keren, maar het was mooi geweest als die wijze eeuwenoude boeken waarin nog hordes mensen hun wijsheden uit halen ook een hoofdstukje hadden gehad wat we moeten doen als we met te veel mensen op deze aarde zouden rondlopen.