Na een weekje transporteren is La Paix half vol. De meeste zijn van Ton, maar ondertussen staan de grijze en witte 68 ers er ook, alsmede de VW T1 Pick up, want die stond toevallig even buiten en Ton’s zoon Max blijkt dat leuker te vinden dan alle dssen bij elkaar. Hoe dan ook, lekker droog en das wel een luxe in deze tijd van het jaar.
Ton heeft zijn 1959 er ID Break gehaald, deze week, bij Losson vandaan. De bodem is idd erg matig en ook onder de achterruitjes is het niet best, maar al met al een goed te restaureren auto. Plaatwerk is overleden, de motor zit vast en de hydraulica lijkt zijn beste tijd te hebben gehad. Toch is het geen slechte koop denk ik, want alles wat rot is is bij iedere break rot en kan je makkelijk aan het materiaal komen. Verder zijn van het chassis de dakrand, de bovenzijde achterruitjes, voorruitgoot en voorkant goed. Interieur matig, dashboard OK, redelijk compleet. De break is natuurlijk erg bijzonder voor het aanwezige vogelnestje en de leeftijd; een echte 59-er, volgens Ton/Frelon de vier na oudste.
De DS21 uit 1968 staat ook hier een stuk beter als in het vochtige Zunderdorp, ook al staat ze daar vrijwel altijd binnen. Bij het verplaatsen merkte ik dat de rechter remklauw, die er verleden jaar gereviseerd ingezet is, al weer begon te klemmen na een dagje buiten staan. Dit zijn wel de voorbeelden van dat een auto toch af en toe een lekker stukje moet rijden, gewoon omdat het moet. Verder is ze bijna klaar; motor loopt goed, plaatwerk staat goed in de lak en is naar behoren afgehangen, het ongerestaureerde, nog immer prachtige interieur, storingsvrije, originele hydraulica. In het voorjaar gaan Bram en ik er mee de boer op, kijken of er in NL nog mensen te vinden zijn met passie voor dit model en een gevulde portemonnee.