
Na Suriname staat Frans Guyana op het programma. Deze voormalige strafkolonie van het Franse Rijk is op een paar steden na net als Suriname één grote jungle. Geri en ik komen aan bij de rivier de Marowijne, ter hoogte van Saint Martin de Marony. Er is geen brug, de overgang gaat via smalle houten bootjes met een buitenboordmotor. Tarief ca 4 euro pp. Paspoort is niet nodig om hier de EU binnen te komen. Achteraf bleek dat we illegaal zijn overgestoken, want officieel moest je met een pontje via de douane a 25 euro en natuurlijk wel je paspoort laten zien.
Frankrijk heeft dit land meegenomen in het euro-proces, dus alles gaat hier met euro’s, je abonnement is hier weer geldig en de wegen zijn wat beter. Geri voelt zich wel thuis in dit stukje Frankrijk; ik vind het al weer iets te Europees worden. Maar goed, het heeft ook zo zijn voordelen, betalen met de vertrouwde euro, Franse bewegwijzering en functionerende pinautomaten.

Saint Laurent is naast een stoffig grensstadje, een voormalige opslagplaats voor Franse delinquenten. Er staat nog een oud gevangeniscomplex en in WO2 een verzamelplaats voor foute Fransen. In het plaatsje is veel gevangenisarchitectuur te vinden uit een de postkoloniale periode, alhoewel ik bij dit land niet de indruk krijg dat ie ooit echt afgesloten is.
In de Marowijne, ter hoogte van Saint Laurent liggen een paar gestrande boten, waarvan de grootste verworden is tot een indrukwekkend palmeneiland.


Na St Laurent is de volgende stad op onze route Kourou. De zetel van raketafschietend Europa, want deze locatie ligt wat gunstiger qua brandstof en weer. Naast het terrein waar de raketten worden gelanceerd, een terrein groter dan Parijs, is er weinig in het stadje zelf te beleven. Vooral veel expat-woningen, weinig reuring. Het bezoek aan de iets verderopliggende eilanden, ook voormalig verbanningsoord en gevangenis, is wel degelijk de moeite waard. Het Duivelseiland, waar het boek en de verfilming Papillon op gebaseerd zijn, is nog in redelijk goed te bezoeken staat en je kan er uren rondlopen zonder je te vervelen. De natuur aldaar is adembenemend, kokospalmen, agouti, een paar goeie strandjes, nul muggen en veel geschiedenis. De boottocht erheen is alleen al de moeite waard; door de ondiepe, bruinige zee met een vette catamaran, de hoge golven rondom de eilanden, allemaal leuk om te doen.












Na de eilanden brachten we een bezoekje aan de raketlanceerinstallatie iets ten westen van Kourou. Een gratis tour van een paar uur spreekt de Nederlanders aan, ook al zijn we de enigen in een volle bus. Helaas is er wat bewolking, waardoor de foto’s niet lekker uitkomen, maar warm zat en best wel wat te zien.




Na Kourou wederom met een goedkope taxi naar Cayenne verkast. Cayenne is de hoofdstad van Guyana en is vrij klein in vergelijking met bijvoorbeeld Paramaribo. De stadsplattegrond is een raster, op een paar uitzonderingen na is de architectuur niet interessant. Vrij veel rotzooi op straat, matig wegdek, veel armoedige eettentjes en winkeltjes, maar er hangt toch wel een leuk sfeertje. De kustlijn van de stad wordt net als in Suriname, omringd door een lagune met zeer ondiep water en nauwelijks strand. Op de laatste dag, nieuwjaarsdag, maken we een wandeling van zeker 15 km, heen en weer naar het verderop gelegen strand, waarschijnlijk kunstmatig aangelegd. De bruine golven zetten zand af in al je gaten dus dagen later valt er nog zand op je kussen.

