Mijn allereerste gemotoriseerde stalen ros was de Zündapp CS 50 uit 1971 van wijlen Kobus, neef van mijn vader. Eigenhandig uit Italie gereden op mijn zeventiende. Na jaren plezier lonkte het motorrijbewijs, want 50 is toch maar 50. Toen in 1986 het rijbewijs a op de deurmat viel, kocht ik een Yamaha SR 500. Veel plezier mee gehad, ook veel aan moeten sleutelen.
Het scheurijzer in de steeg bij opa Kees en oma Jacqueline.
Mijn eerste autootje, gekregen van ome Rudi aus der Schweiz. Een 1700 uit 1973. Verkocht rond 2003.
De eerste DS, ik denk 1990. Was eigenlijk een Dspecial, maar zwaar verpallast. Samen met Paul gekocht. Na twee maanden vloog de fik erin, om er twee jaar over te doen alvorens ie weer liep.
Tijdens dat debakel kochten we samen een tweede, in denk ik 1992, voor de handel. Een groene 73-er echte pallas halfautomaat met een defecte injectiemotor. Na ons te zijn leeggeklopt bij de DS keizer, gauw de auto weer verkocht voor kostprijs. Toen weer verder met de zwarte 70 er. Een afneembaar dak van gemaakt, waar mijn toemalige vriendin, die het altijd koud had, niet zo blij mee was. In 1996 liep het blok vast, en toen maar de zaag erin. Het kenteken verkocht aan kale Jaap.
Toen kwam het grijze monster in t vizier. Een 1968-er Ds20 (19 uit 1967). De linker op de foto. Met de Bambi. Tot 2001 mee gereden. Gris kandahar. Weinig foto’s maar wel veel me gereden, iets van 100.000 in mijn HdK- tijd. Na de aanschaf van mijn rode break in verval geraakt en verkocht aan Sacha rond 2002. Einde van mijn jonge jaren, want vanaf toen was het pappa Daan.