- medio 1962
- vert olive
- helanca marron, nu tijdelijk grijs.
- 1. oorspronkelijk uit Niort, trouvaille in schuur in Bergerac.
- 2. oorspronkelijk uit Gard, trouvaille bij Rob in de schuur.
- ch. nr.: 3231398 (1) Frans kent: NL kent: KD-79-ZD
- ch. nr.: 3238099 (2) Frans kent: 577GD30 vanaf 11-2016
Ik kon het niet laten. Het is ook een soort sport om rare dingen voor weinig te scoren. Een trouvaille op LeBonCoin in Bergerac, bij Mien en Mies om de hoek. Onder de neus van Cyrano, ooit achtergelaten na een defect onderweg bij de plaatselijke rommelgarage. Geen papieren. Vert Olive met een bruin helanca interieur. Motor zit vast, maar er zit een extra blok bij.
30-5-2013
Deze week even wezen kijken in Bergerac. Toen ik maandag op mijn verjaardag aankwam, ben ik direct met Michel naar de auto gegaan. De auto leek op het eerste gezicht een beetje tegen te vallen, doordat er aan de rechter zijde toch een paar behoorlijke reparaties nodig waren in het chassisgedeelte ter hoogte van de longerons. Daarnaast was de auto zo vies, dat het verder moeilijk in te schatten was hoe de andere delen van het chassis er uit zagen. Hoe dan ook, de motor snel opgeladen in de aanhanger van Michel en de auto door de vorige eigenaar, een aimabele goed Engels sprekende Fransman van naar schatting begin zeventig. De auto is meteen gebracht naar de boerin tegenover Michel en Emine, mevrouw Tellier. Direct na aankomst de kop verwijderd om te kijken of de motor niet toch los te werken is. De dinsdag in het teken gesteld van het schoonmaken. De allergie-verschijnselenverhogende muizen, ratten en dunlopilloresten speelden wel parten, maar het enthousiasme werd niet minder, want de auto bleek verrassend goed en origineel te zijn. De kilometerstand van 45000 zou nog wel eens kunnen kloppen, want er zit geen schroef verkeerd in de auto. De wegenbelasting-sticker is van 1975, waarschijnlijk het jaar dat de auto stil is komen te staan, het helanca wat vrijwel altijd in flarden in de auto hangt… De vastzittende motor ziet er van onder de kleppendeksel goed uit, dus zou te redden kunnen zijn. Een uitdaging om het allemaal weer zoals het hoort terug te schroeven, dus zonder moertjes M7 met een sleutel 11 en zo.
De Jaeger- teller met klokje.
De roestschade rechtsvoor. Bij zo’n eerste neus ieder geval geen gehannes met de verstevigingsplaat.
Het chassisnummer duidt op een productiedatum van rond juni 1962.
Het rechter voorspatbord matcht qua kleur prima, maar is toch echt de verkeerde bestelling geweest van de plaatselijke citroendealer. Misschien waren rond 1970 de eerste neus voorschermen niet meer leverbaar bij het hoofdkantoor.
Het reserveblok blijkt een fabrieksrevisieblok te zijn. ‘echange usine’ staat er op het nummerplaatje onder id19p. Blijkt in een andere ID te zijn gegaan, die niet veel later gesloopt is vanwege overmatige corrosie. De verkoper vertelde me verder nog dat de auto ergens in de jaren 70 achtergelaten was door de eigenaar met een defecte koppakking. Aangezien de eigenaar niet in de buurt woonde en ook niet financieel bij machte was om de reparatie te betalen, bleef de auto hangen bij de garagiste die het werk zou uitvoeren. De eigenaar belde met regelmaat op dat er nu effe geen geld was, maar over een paar maanden…. Hoe dan ook, voordat de eigenaar de auto aan zijn lot overliet bleek de motor vast te zitten en ook niet meer los te willen. De garagehouder zorgde wel weer voor een motorblok, dat dus weer wel. Hoe dan ook, ergens tijdens de ‘heen en weer schuif’ – periode is de linker voordeur verdwenen. Gestolen volgens de verkoper, maar wel fijn dat de dief het deurpaneeltje er nog netjes heeft uitgeprutst en in de auto gelegd. Een dief met gevoel voor dames op leeftijd. Bestaan die nog?
02 juni 2013
De lijst met “to do’s en to get’s” is bijna oeverloos.
12-08 2014
Na een lang gevecht veert, remt en rijdt de auto zoals het hoort nog wel op spititus, maar toch.
17-10-2014
De rattenlucht ging me zo tegenstaan, het helanca was al niet best, de stoelenframes waren nog rotter; ik heb alles eruit gedonderd en heb er een nette set grijze stof ingeschroefd. Dat scheelt. Wel minder spannend, maar een stuk aangenamer.
20-10-2016
Na twee jaar onaangeroerd te hebben gerust onder het afdak, komt er weer schot in de zaak. Rob Knop heeft me een rollend chassis verkocht; ongelast maar in goede staat, met actief NL kenteken en incl dashboard, kabelboom, ruiten enz. De motor en bak wilde hij graag terug voor revisie, maar ik heb met m afgesproken dat als ik de motor aan de praat kreeg, hij een ander setje van me kreeg.
Deze aanschaf geeft me de sleutel om er echt werk van te maken. Het oude chassis is matig en in alle delen zit wel roest of er moet aan gelast worden. Daarnaast is het ritje RDW ook eentje om met liefde over te slaan. Het leuke is dat het meer assemblage wordt in plaats van restauratie. Restauratie is leuk, maar blijft altijd een beetje al dan niet vakkundig oplappen; een origineel ongerestaureerd scherm heeft altijd meer charme dan een gelast scherm in de spuitplamuur. Geldt ook voor chassis, techniek en interieurs.
Maandag 24 oktober hebben Nees en ik m opgehaald. Bij een eerste inspectie thuis kwamen een paar mindere dingen aan het licht, zoals een chassisnummer wat bijgeslagen was, waarschijnlijk in 82, door de RDW en een aantal schades die het gevolg waren van het verslepen met een heftruck of garagekrik. Echt grootschalige roestvorming heb ik niet gevonden, alleen hier en daar een plekje wat aandacht verdient. De deuken in de bodem vergen waarschijnlijk meer tijd. Ook de schade in de voorzijde, een oude zo te zien, heeft ook wat om het lijf; de snip links voor is vervangen en de demperplaat is ooit een keer uitgedeukt.
De eerste uitdaging was om het blok aan de praat te krijgen. Dat kostte best wel wat tijd, want de boel was deels gesloopt; verdeelkap, bobinekabels, accubak, massakabel; veel delen ontbraken. De mooie staat van de kleptuimelaars gaf moed; een goed resultaat lag in het verschiet. Na een paar uur sleutelen knorde het motortje als weleer. Toen kwam een wat lastiger traject; het gangbaar maken van de aandrijving. De overbrengingen van remschijf naar as waren aan een zijde door een onverlaat kapotgeslagen, de andere kant ontbrak. Wat op viel is dat de bak schijven heeft met een M7 aansluiting. In 62 was dat niet meer zo, toen was het al M9 geworden. De bak is hoogstwaarschijnlijk een keer vervangen en dat heeft denk ik te doen met de schade in het chassis. Het geeft wel wat denkwerk wat betreft het opbouwen van de aandrijving. Voor het koppelen van die moderne homokineten naar de schijven heeft Citroen destijds een speciale bout geleverd. Die zaten hier ook op. Schier onvindbaar lijkt me, want het zal weinig zijn voorgekomen dat dit aan de orde kwam en dat het de jaren overleeft heeft. Bij de Citroen-dealer liggen ze sowieso niet meer in de schappen.
De volgende stap was het losmaken van de remplateaus. Ik had al zitten denken waarom deze auto ooit gestrand was. Ingevoerd in 1982, nooit een APK gehad, daar kan niet lang mee gereden zijn. Na het demonteren van de remblokken en het schoonmaken van de remplateaus leek het erop dat deze gereviseerd zijn gemonteerd. Dat kan goed, want ze zitten vaak vast en het verbaast me niets dat in ’82 dit nodig was om de auto rijdend te maken. De plateaus leken na vervangen van de blokken goed te werken. Tenminste, het hydraulische deel. Ze kwamen na het remmen zelfs weer goed los. Het handremgedeelte was een ander verhaal. Er was met busjes gerommeld om de buitenkabels te verlengen, maar remmen ho maar. Ook de afstelsleutel kreeg geen grip op het afstelwieltje van het rechter plateau. Meestal betekent dat dat er een paar tandjes af zijn, maar een plateau reviseren en een kapot wieltje monteren is raar en het later stuk draaien kan, maar dan moet het wel weer hebben vastgezeten. Na een grondige inspectie, de blokken er weer uit dus, bleek dat het wieltje er verkeerd in zat. Even rommelen en het zat weer op zijn plek. De verlengbusjes verwijderen en jawel, ze doen t weer. Zou dit de reden zijn geweest dat de auto nooit een APK heeft gehad en achter in de schuur is beland?
Ondertussen heb ik wel mijn eerste meters kunnen rijden. Dat zal lang geleden zijn voor deze dame.
Aangezien het nu definitief een samengevoegd project gaat worden, komt hierbij de tweede set gegevens.
- NL kenteken: KD-79-ZD
- 30-6-1962, waarschijnlijk gegokt door de RDW op 20-1-1982.
- blauw plaatwerk… weinig meer van te zien, omdat het plaatwerk ontbreekt.
- interieur onbekend, alleen de verwarmingssok tussen radiator en kachel is blauw.
- oorspronkelijk uit Gard, dep. 30
- ch. nr.: 3238099
- Type 1D 19, hier heeft op 20-1-1982 een RDW-medewerker zijn brilletje thuis vergeten, want het is echt geen 1 maar een i.
Opvallend is dat de beide chassisnummers slechts minder dan 7.000 verschillen. Verder is in de vergelijking tussen beide auto’s dat ze in alles goed op elkaar lijken. Beide met de kleine kachel, beide geen stuurbekrachtiging en ook dezelfde dashboardindeling. Kortom, een dankbaar samenvoeg-traject.
1 nov 2016
De ID heeft ondertussen een lijnoliebehandeling gehad. Iedereen struikelt op fora over RXtig heen, maar de basis, RX5 bestaat volgens mij voor het leeuwendeel uit (gekookte) lijnolie. De holle ruimten heb ik vol laten lopen met mijn favoriete zonnebloemolie. De linker achterremtrommel had Rob gedemonteerd omdat hij vast zat. Na het wiel te hebben verwijderd bleek inderdaad dat de cupjes van de wielremcilinder vast te zitten. Ook viel het me op dat de remschoenen min of meer nieuw waren en ik vermoed dat ook de wielremcilinder destijds vernieuw was. Nauwelijks roest en zo te zien nooit gebruikt. Werkend gemaakt en weer gemonteerd.
Ook de verkeerde achterbumper moest er aan geloven. Ik heb gelukkig een mooi aluminium exemplaar al een paar jaar op de plank liggen. De oude chroomstalen zonder stootrubbers maar met nare deuk eraf halen ging vrij eenvoudig. De kentekenplaathouder met origineel Frans kenteken heb ik lekker laten zitten. De roest er af geschuurd, zijdeglans zwart gespoten en erna de letters en cijfers weer schoongepoetst. In tien minuten klaar, de afgebroken M5 boutjes vermijdend en geen uitgebreide fotoreportage met voordracht zoals anderen dat op hun site plachten te doen, waarschijnlijk wegens overvloedig veel vrije tijd of een buitenproportionele hoeveelheid geldingsdrang.
Ondertussen ook begonnen met het demonteren van de Bergerac-ID. Als eerste de motor en bak eruit. Daarna ben ik al vast wat klein spul gaan demonteren om meteen op het nieuwe chassis te plaatsen; de afdekkap van de rechter draagarm en de achterliggende spatlap met beugel. De linker spatlap ook maar meteen, maar helaas bleek de beugelconstructie daarvan te slecht. De ijzeren voorraad moet uitkomst bieden. Verder nog het zekeringenkastje links op het schutbord.
Rob heeft intussen besloten ook de rest van zijn’ Vorst’- verzameling aan me over te doen. Er zitten leuke spulletjes bij, waaronder een zwart dashboard en rare b stijlverlichting.
Het idee om er weer een auto van te bouwen, begint me wel een beetje los te laten. Zoals verwacht was deze Belg al aardig overleden voordat het besluit viel de zaag erin te zetten. Het is natuurlijk leuk dat er veel onderdelen afwijkend zijn van de Franse productie, maar het komt eigenlijk niet uit om met deze magere score een restauratieproject van vele jaren in te zetten. Het idee is om de boel te archiveren en om een deel van de oogst te gebruiken om mijn verrabbezakte ID19 uit 64 van de juiste onderdelen te voorzien. Vooral de zwarte delen van het dashboard zijn erg verleidelijk. Het maakt de auto wat somberder, maar de delen zijn in zeer goede staat en op het grijze in glanslak overgespoten dashboard was ik ook een beetje uitgekeken.
17 jan 2017
Het groene monster staat ondertussen op de brug. De lange buizen van de uitlaat zijn aangebracht, nadat de bodem was voorzien van een zwarte tectyllaag. De lekzak rechtsachter heeft een klein gaatje, alsof ie klem heeft gezeten met als gevolg een kleine perforatie. De rest van de originele lekzak is in prima staat, dus een klein experiment gestart met zwarte vloeibare siliconenpakking. Lijkt na een paar dagen goed uit te pakken. verder de randjes van de dorpelbekleding goed vastgeplakt en de deurvangers afgemonteerd. In de bodem zaten een aantal deuken, waarschijnlijk veroorzaakt door een heftruck. Vooral de plaat onder de voeten van de bestuurder en bijrijder waren erg bobbelig. Door onder dit deel een dikke met balken ondersteunde betonplex plaat te leggen over de rijplaten van de brug heen en de auto erop te laten zakken was het mogelijk om van bovenaf de ribbels aardig vlak te kloppen. Resultaat is niet perfect, maar zeer acceptabel. De laatste handeling op de brug is het inspuiten van de open delen van de dorpels, daar waar de leidingen lopen, met spuitbare ml- waxcoating. Van de week de plaatjes onder de dorpels erin, de laatste nog ontbrekende uitlaatklem erop en de dame kan de brug weer af.
8 juni 2017
Nou, er is ondertussen heel wat gebeurd. Nadat ik de ID wat verder op de rails had met het oude plaatwerk en het interieur, gaf Marcel ten Hooven aan niet alleen op termijn van zijn Brun Isard tweede neus ID af te willen, maar te willen gaan voor deze Vert Olive eerste neus ID. Na wat voor en nadelen tegen elkaar te hebben afgewogen, ben ik door de bocht gegaan. Hij zou in het voorjaar zijn 64er ID in consignatie geven en ik zou spoedig de auto rijklaar maken, zodat hij zo naadloos mogelijk kon overstappen.
De 64-er ID van Marcel was onverwacht snel de deur uit en de 62-er nog lang niet klaar eind maart. Hierdoor moest Marcel tijdelijk even zonder auto door het leven, iets wat voor stadse bewoners over het algemeen beter te verteren is dan voor oprijlanen-povincialen. Hoe dan ook, Marcel werd gedurende de rit af en toe wel wat ongeduldig, zeker toen de APK keurmeester van het Schouw, Wim, het nogal af liet weten door niet de moeite te nemen de auto zelfs maar op de remmenbank te zetten. Het zat ook op andere fronten niet altijd even mee. De Mercedes moet ook af voor de vakantie, mijn 50e verjaardag diende ook fatsoenlijk voorbereid te worden en soms is een kleine technische ingreep een stuk tijdrovender dan ingeschat.
Zondag 4 juni was het zo ver; de auto wordt opgehaald door Marcel. Maandag 5 juni kon ik echter de wagen weer ophalen in Maarssen, want verder was hij helaas niet gekomen de avond ervoor. Er bleek een draadje los te zitten van de ontsteking. Dat de auto weer bij me stond, was niet zo erg; ik kon nog een paar laatste puntjes afwerken. De auto werd opgehaald en Marcel heeft met de familie langs de gracht in Leiden gepoetst.
Toen hij met de ID op woensdag kwam voor een paar kleine reparaties, pakte een kleine reparatie aan de remmen verkeerd uit. Ik bracht Marcel weer naar het station en heb de auto donderdag goed gekregen; een metalen schoteltje onder de rubber dop bleek te zijn weggeschoten, waardoor de pedaal de remcommando niet meer lekker kon bedienen. Vrijdag, vlak voor de begrafenis van Rob, de ID weer teruggebracht naar Leiden.
5 februari 2018
De ID is ondertussen wederom van eigenaar veranderd. Marcel had door omstandigheden besloten de ID te verkopen en na wat adverteerwerk kwam de ID uiteindelijk terecht bij Kai. Kai is een oude vriend van me uit het Amsterdam van voor de eeuwwisseling. Hij had de Nederlandstalige advertentie voor mij vertaald naar het Duits en had aangegeven dat hij misschien op termijn wel interesse had in de auto. Toen de auto na een maand niet verkocht was, hebben Marcel en Kai de zaak rondgemaakt. Eind goed al goed, ondanks dat de auto wederom uit Nederland verdwenen is. De ID zal in het komende seizoen vooral in de omgeving Berlijn te bewonderen zijn.
Auf Wiedersehen…