Citroen ID19C
- 21-7-1964
- blanc carare met zwart dak
- blauwe stof
- gerestaureerd…
- ch. nr. 8117219
- HE6090 (origineel NL)
- in mijn bezit vanaf 8-3-2011.
Deze stalen dame is nu van mijn vlezige dame, Marijke. Door de vorige eigenaar, Frank Valk erg verknutseld, maar na wat reparatiewerk en reconstructie is ze weer aan de beterende hand. Hij is tenslotte ook begonnen met een ‘pakhuis’, dus dan mag je ook wel het een en ander naar je hand zetten. Wel een twingo- dak ingezaagd, om de relatie in stand te houden. Das mijn hand dus.
Dr kontje met een oude apk-sticker nog op de nummerplaat. De ‘getinte’ achterruit is binnenkort gratis af te halen.
De Belgische assemblage had een eigen, afwijkende serie onderdelen, die bij de montage werden toegepast. Een daarvan was de ovalen reflector. Zowel deze reflector als het achterlicht waren door de vorige eigenaar vervangen voor ‘verkeerde’ modellen. Let op de replica schermbouten; in rvs.
De voorzijde is voorzien van een ‘franse’ bumper. Zal ik in de toekomst waarschijnlijk gaan vervangen voor de ‘export’ versie. Dan kan ik er ook weer een nummerplaat uit een deel opzetten. Ik denk dat ik de latere neusrozetten maar zo laat.
Het oranje knipperlicht kwam in de plaats van een pallas-versie. De velgen waren door de vorige eigenaar voorzien van naafdopjes, maar de export ID kreeg normaliter een DS- wieldop.
De kachelkraan, in die jaren op de tunnel gepositioneerd, is standaard voor de Belgische assemblage. Deze zit asymmetrisch, omdat de asbak er nog naast moet. Bij de DS modellen zit de kraan in t midden al vanaf 62. Ook is de ring onder de knop anders dan bij de DS, terwijl de kraan verder min of meer hetzelfde is. Je ziet rechts nog een stuk van een leeslampje.
Let vooral niet op de verkeerde dorpelbekleding en de verwarmingsslang van het merk Miele. De witte knop van de hoogteregeling klopt dan weer wel en het bijzetslot op de handrem werkt zowaar een beetje. De handgreep is later voorzien van een stuk grijze ribbelslang.
Ook erg typerend is de verlichting op de buitenzijde van de b-stijl. Van Hella. Door onwetendheid mijnerzijds is dit lampje gemonteerd op de onderliggende aluminium sierplaat van de fijne structuur. Had grove ribbels moeten hebben van de DS. Gaan we nog een keertje veranderen. Door de vorige eigenaar is de auto voorzien van extra b- stijlverlichting aan de binnenzijde. Geen overbodige luxe, maar niet origineel. Dit laatste geldt ook voor de toegevoegde schakelaartjes in de b-stijlen om de binnenverlichting te bedienen als de achterdeuren open gaan. Erg grappig en handig. De b-stijlbekleding aan de binnenzijde daarentegen is weer een klap in het gezicht; gemaakt van dorpelbekleding van na 1967….
Dit is typisch. Bovenste typeplaatje correspondeert met het kenteken en het ingeslagen chassisnummer. Wel eind 1963 (Reynolds/de Lange) geassembleerd, dus typejaar 1964, maar pas in 1964 op kenteken gekomen. Op het onderste typeplaatje links is een Frans chassisnummer zichtbaar, maar of dat normaal is dat dat er zit, is de vraag. Qua tijdsspanne klopt het ongeveer, en de chassis werden ook voor de exportmarkt in Parijs gebouwd, maar dat ze m ook een eigen plaatje gaven… Misschien een geintje van de vorige eigenaar, die ook de overvloedig aanwezige extra isolatie onder de motorkap heeft aangebracht.
Het ziet er wel origineel uit. Geen chevronnetjes voor of achter het nummer, maar ja, die Belgen… Volgens Yves Frelon lopen de model jaren bij de productie in Belgie gelijk met de kalenderjaren. Ik begrijp dan niet hoe ze ingrijpende modelwijzigingen, die veelal in Frankrijk in september plaats vonden, op een fatsoenlijke manier in de exportmodellen en -landen door voerden. Maar ja, die Fransen…
In de loop van 2011 is de auto voorzien van andere hydraulische vloeistof. Eerst koolzaadolie, vanaf medio 2012 zonnebloemolie. Tot op heden geen problemen gehad met beide vloeistoffen. aan hydraulica is in de loop van de tijd wel veel vervangen; de pomp, de hoogteregelaars, twee veerbollen, de voorraadbol en recent het stuurhuis. Allemaal in het verleden gereviseerd geweest. Eigenlijk waren op de twee veerbollen na de componenten al toe aan vervanging toen ik de auto kocht. Het stuurhuis heb ik nog even aangezien, maar tijdens mijn vakantie in Frankrijk 2012 heb ik m maar vervangen. Het is een klus, maar het wint het van naast het zwembad hangen. Ik had nog een oud gebruikt lhs stuurhuis gevonden, en dat bleek prima te werken. Zit er ondertussen weer een maand of vier storingsvrij in.
In de winter van 2011-2012 is het rood stoffen interieur vervangen door een origineel blauw interieur. Ik vond het nodig, omdat de herbekleding in rood destijds niet zo netjes was uitgevoerd; het plooide aan de zijkanten en de stof van de achterbankleuning zat rommelig. De deurpanelen waren wel erg afwijkend van wat er in hoorde te zitten. De nieuwe blauwe set zit goed, klopt ook qua jaartal en uitvoering maar de deurpanelen komen van een pallas uit 1966. Ik hoop nog de juiste deurpanelen te vinden.
Voor de vakantie van 2012 heb ik er een lpg installatie ingebouwd en een booster met luidsprekers voor de ipod. Beide hebben ons erg veel plezier bezorgd. Ook het schuifdak wat ik er in het voorjaar van 2012 heb ingebouwd, uit wederom een twingo, maakte het verschil.
Helaas gaat de komende winter (2012-2013) de motor en de bak eruit. De bak heeft een versleten synchroonring voor de tweede, waardoor terugschakelen van zijn drie naar zijn twee gepaard gaat met een hoop lawaai. Verder gebruikt de motor 2 a 3 liter olie op de 1000 km. De compressie op de vierde cilinder is ook erg laag, veel carterdruk en rook uit de ontluchtingen, dus de zuigers zullen wel aan vervanging toe zijn. Leuke uitdaging.
Het is nu januari 2013. Op de agenda staat het uitwisselen van de motor en de bak. Om de problemen van de huidige motor en bak het hoofd te bieden, heb ik een zuiger en cilinderset gekocht op ‘le bon coin’. De bak zou wel een nieuwe of goede gebruikte synchromesh kunnen gebruiken, maar mijn theorie is dat de overmatige speling op de assen het zijdelings aanlopen van de tandwielen bevordert, waardoor het uitvullen van die speling met vulringen minstens zo belangrijk is. Ik heb het een en ander aan bakken staan, maar dit type bak heb ik helaas niet. Wel een vergelijkbare bak met moderne difstukken uit 1966. De motor, DE, zit nog aan die bak vast en ondanks dat het setje nogal vies is, leek het me een aardige actie om de difstukken om te bouwen en het geheel tijdelijk in de ID te bouwen.
De eerste week van januari, de auto kan min of meer naar binnen, komt er een advertentie op marktplaats van Wiep uit Hazerswoude-Rijndijk, met exact een motor en bak zoals in de ID moet. Ik bel m en voor € 250,- ben ik de nieuwe eigenaar. Hij vertelde dat hij de auto wilde ombouwen van ‘rood’ naar groen’- systeem, en en-passant de motor en bak verving voor een nieuwer type. Achteraf een hoop werk en wel een beetje spijt, maar nu alles voor mekaar is, is het goed zo. De motor kon weg. Volgens Wiep was het setje goed. Hij had zelfs niet lang ervoor de ontsteking vernieuwd voor een 123 en nog een paar dingetjes vervangen. De hydraulische ‘rode’ componenten kreeg ik er ook bij.
Na aanschaf sprong ik wel een gat in de lucht. Wiep was wel ok en ik vertrouwde hem op zijn melding dat het allemaal wel goed zat met het blok. De week erop heb ik het blok omgebouwd van een enkel-plunjer-pomp naar een 7 voudige. Bij het optillen van de kleppendeksel bleek de motor van binnen wel erg vervuild. Maar belangrijker; geen roest of overmatige speling. Het blok even buiten de auto laten lopen en toen dat goed afliep, besloten de motor en bak, zonder het vervangen van de koppelingsplaat, in te bouwen. De week daarna het hele zaakje ingebouwd. Na enige kleine tegenslagen, zoals zo vaak, liep het setje prachtig. Vooral de bak deed het uitstekend; een verademing ten opzichte van de oude bak. Wat tegen zat is dat de vorige eigenaar van de auto de koppelingskabel vernieuwd had, maar hem verkeerd heeft afgesteld. Hierdoor stak de hevel bij het koppelen door de harmonica- hoes van het stuurhuis. Das erg jammer, want het stuurhuis werkte subliem. Verder was de rat die de rode DS19 met zonnebloemolie te pakken had genomen ook gaan knagen aan de retourslang van de remcommando. Ondanks dat deze ID grotendeels gevuld is met koolzaadolie, was de rat niet na een hapje uit het veld geslagen. Gelukkig lag er nog eentje in de ijzeren voorraad.
Woensdag 17 januari de eerste echte proefrit door de sneeuw gemaakt. Wat een feest. De motor loopt als het moet stationair 500 rpm. en doet geen plofje verkeerd. De bak schakelt als boter. De remmen doen het in het begin nog wat minder, maar na een paar keer remmen, gaat dat ook prima. Kortom, het reviseren van het oude blok kan met twee vingers in de neus gebeuren.
Geintje van Lou
10 november 2017
We zijn weer drie jaar verder sinds mijn laatste melding hierboven. Ook heel wat gesleutel verder. Er is weer een ander blok ingegaan. Het blok uit 2014 verbruikte en lekte steeds meer olie en begon vermogen te verliezen. Sinds januari 2017 zit er een blok in uit ca 1959. Minderolieverbruik, meer vermogen. Helaas wederom een ID19P blok ipv een ID19FR blok wat er volgens mij in hoort. Het rijdt er niet minder om.
Volgens AJ van het clubmagazijn heeft hij de auto ooit gesloopt. De onderdelen en papieren verkocht. Zou het een en ander kunnen verklaren, zoals het extra typeplaatje met chassisnummer op het schutbord. Dat chassisnummer is uit 1963 volgens De Serres. Die ID-tjes verschillen nauwelijks van het 1964 model.
Nog immer veert ze op zonnebloemolie, ondanks dat het DOT4 gehalte door de jaren heen groter is geworden. Ik heb van een sloper een slangenconstructie a la Van der Laan getrokken en in deze ID gebouwd. Het gaf me de mogelijkheid om de hoge drukregelaar in de neus te bouwen, op de linker chassisbalk. De hd-slang zit tussen de pomp en de regelaar. Werkt uitstekend, nu bijna een jaar. Een aanrader.
Het lakwerk begint toch wel wat minder te worden en ik heb besloten de buitenzijde eens van een verse laklaag te voorzien. De voorstoelen zijn ook wat minder geworden en daar heb ik verleden jaar op de ICCCR al twee nette vervangers voor gevonden.