Bezoek aan Tony

Enkele jaren terug stond er een tijdje op Leboncoin, het Franse Marktplaats, een vraagadvertentie voor een Citroen ID Break met een similoid rio interieur. Liefst een opknapper, maar wel compleet. Een Italiaan, Tony, zocht zo’n auto. Aangezien die bekleding tot om en nabij 1965 geleverd werd, ging het dus om een vroege. Ik had indertijd een matige break luxe staan uit 1963 in de kleur gris sable en met zosimiloid rio interieur. Rietkleurig, fijn geribbeld kunststof. Zeer onprettig om op te zitten, maar makkelijker schoon te maken dan stof. Het ziet er wel erg leuk uit. Ik ken het alleen uit breaks en dan met een voorbank, een achterbank en eventueel strapontins. De deurpanelen waren in een effen grijze kunststof die qua kleur detoneerde met het rio, maar de armsteuntjes, als die er al op zaten, waren wel weer bekleed met het geribbelde rio. De bekleding, minder roestgevoelig, was in een zeer nette staat, wat een restauratie vergemakkelijkt nu dit skai nergens meer te krijgen is. Andere bijzonderheden aan dit model zijn de gebogen chroomstalen achterbumper, het eerste jaar voor de breaks met de sterke DS motor; Weber carburateur en het balanswieltje achterop de krukas. Wat de oude breaks kenmerkt is dat ze meestal zonder stuurbekrachtiging zijn uitgevoerd. Persoonlijk vind ik dat een goede keus. Het is even wennen als je stuurbekrachtiging gewend bent, maar het directe sturen en de degelijkheid van het onbekrachtigde weegt echt op tegen het wat zwaardere sturen bij stilstand of zeer lage snelheid. 

De break stond oorspronkelijk bij Herm Kroon, maar hij was van een jongen uit de omgeving Hoorn. Hij had de break oorspronkelijk met een vriend, maar die was een paar jaar eerder naar Spanje vertrokken en daar, meen ik, na een ruzie over, jawel, geld, door zijn makelaar doodgeschoten. Of zo. Hij had er een nare bijsmaak van gekregen en wilde er derhalve vanaf. De auto had een paar jaartjes te lang buiten gestaan, waardoor de lol er enigzins vanaf was, maar wel compleet, origineel en voor relatief weinig geld. Bij de aankoop destijds heb ik voor het eerst Herm ontmoet, aardige vent met verstand van zaken. Later dat jaar, nadat de sneeuw verdwenen was, heeft Nees de break opgehaald. Nu had ik in de jaren erovolgend de auto rijdend gemaakt en een paar zaken verbeterd, maar eigenlijk moest hij goed aangepakt worden. Ik had er toen geen tijd voor en zin in, dus ik bood Tony de break aan. 

Hij kwam enkele weken later, was geïinteresseerd en nadat de koop gesloten was, viel hem ook de witte ID19 familiale uit 1962 op, eerste neus, die er vlak naast stond. Hij vroeg of deze ook te koop was; mijn antwoord dat in principe alles te koop is, maar dat de prijs vooral afhankelijk is van hoeveel pijn het doet om hem los te laten. Kortom, een kwartiertje later was hij de trotse eigenaar van twee oude Franse breaks. De auto’s gingen kort daarna op transport, wat nog een heel gedoe was op de smalle weggetjes rondom Zunderdorp.

Afgelopen november spraken we af bij zijn huis om even bij te kletsen. Ik was onderweg naar mijn huisje in Zuid Italie en hij woont vlak boven Rome. De breaks zijn volledig uit elkaar geweest en alles is grondig aangepakt. De familiale is blauw geworden in plaats van het oorspronkelijke blanc carare. Ze lagen weer gedeeltelijk uit elkaar omdat ze beide lekkage vertoonde van de keerringen achter de remschijven. Naast de twee breaks heeft hij een door Chapron opgetutte DS19 uit 1960 meen ik staan. Ik ben niet zo van de blingbling, maar toch is het een leuke auto. Last but not least is de cabriolet. Voor relatief weinig gekocht in Rome, ook volledig uit elkaar geweest maar niet overgerestaureerd en het meeste is weer terug op en in de auto gekomen.

Na een uitgebreide lunch, verzorgd door zijn nieuwe vrouw, heb ik wat foto’s gemaakt terwijl hij zijn beklag deed over de kwetsbaarheid en lekkagegevoeligheid van zijn verzameling. Ook zijn vrouw uit het vorige huwelijk moest het flink ontgelden, want nu moet hij met pijn in zijn hart een van de breaks verkopen om van het gelazer af te zijn. Dat exen verschrikkelijk kunnen zijn, kan ik beamen, maar ik heb gelukkig nooit een auto hoeven verkopen om van zo’n kruidenvrouwtje als zij klaarblijkelijk was, verlost te zijn. Met tranen in onze ogen en een uitgebreide herenknuffel namen we afscheid en vervolgde ik mijn reis naar het zuiden.